NISPA Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction

Verslaving en multi-omics

Waarom dit onderzoek?

Er is nog veel onbekend over de biologische mechanismen die bijdragen aan het ontstaan van verslaving. Ook is er nog veel onduidelijk over de biologische effecten van verslavende middelen op ons lichaam. Multi-omics is een nieuwe onderzoekstechniek, die ons kan helpen om een antwoord te geven op deze vragen. Omics zijn grote hoeveelheiden biologische data: genomics meet bijvoorbeeld grote hoeveelheden erfelijk materiaal, proteomics grote hoeveelheden eiwitten, en metabolomics grote hoeveelheden kleine moleculen in ons lichaam. Bij multi-omics onderzoek worden de data uit verschillende omics-lagen gecombineerd. Met deze enorme hoeveelheden data kunnen we biologische onderzoeksvragen beantwoorden, zonder vooraf te veronderstellen welk antwoord we verwachten. Dit heeft als voordeel dat we onverwachte, nieuwe mechanismen kunnen ontdekken die verklaren hoe verslavingen ontstaan, en hoe verslavende middelen ons lichaam beïnvloeden. Omdat verslaving vaker voor komt onder mensen met HIV, is het voor hen van extra groot belang om op die vragen een antwoord te vinden.

Wat doen we? / Wat hebben we gedaan?

We hebben bij 1895 mensen met HIV multi-omics data verzameld: onder andere genomics (erfelijk materiaal), transcriptomics (aflezen van erfelijk materiaal), proteomics (eiwitten) en metabolomics (kleine moleculen). Ook hebben we de werking van hun immuunsysteem op verschillende manier gemeten. Tenslotte hebben we de deelnemers vragenlijsten laten invullen: niet alleen over het gebruik van verslavende middelen, maar ook over andere psychiatrische klachten zoals impulsiviteit en depressie. Twee jaar na hun eerste bezoek hebben we de deelnemers nogmaals gevraagd om opnieuw deze vragenlijsten in te vullen. 

Wat hebben we gevonden?

In onze pilot studie onder 200 mensen met HIV vonden we dat het gebruik van verslavende middelen gepaard ging met uitgebreide veranderingen in het metaboloom, namelijk met een verhoging van het gehalte korte keten vetzuren en een verlaging van de hoeveelheid glutamaat in het bloed.
Ook hebben we in deze pilotstudie gekeken naar de relatie tussen bacteriën in de darm (het microbioom), tryptofaanstofwisseling en psychiatrische symptomen. We vonden dat de afwijkende samenstelling van het microbioom bij mensen met HIV samen gaat met veranderingen in de tryptofaanstofwisseling, en dat een toename van de hoeveelheid tryptofaan in het bloed gepaard gaat met een afname van depressieve klachten.

Momenteel onderzoeken we door middel van een netwerkanalyse hoe verslaving, impulsiviteit en depressie met elkaar samenhangen in ons grote cohort van 1895 mensen met HIV. Ook onderzoeken we in deze groep het effect van cannabis en tabak op het immuunsysteem.

Wie zijn betrokken?

Het project valt onder de 2000HIV studie (www.2000HIV.com, https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT03994835), dat wordt mogelijk gemaakt door ViiV Healthcare (subsidie). Het is een samenwerking tussen o.a. het Radboudumc, het  Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, het Erasmus Medical Center en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. De volgende personen zitten in het projectteam:

  • Drs. Elise Meeder (promovendus en psychiater i.o.; NISPA, Psychiatrie Radboudumc)
  • Prof. dr. André van der Ven (Interne Geneeskunde Radboudumc)
  • Prof. dr. Arnt Schellekens (NISPA, Psychiatrie Radboudumc)

Gerelateerde publicaties

© 2024 Nispa ® alle rechten voorbehouden.